Productie: Janke Dekker Productie
Naar het boek van Paul Glaser
Script en regie: Erris van Ginkel
Acteurs: Lykele Muus, Truus te Selle, Valéry van Gorp

Dansen met de vijand
Lykele Muus, Truus te Selle, Valéry van Gorp
2016/2018

Interview met Tom Egbers.

“Waarom die verhalen over de Tweede Wereldoorlog onverminderd blijven intrigeren en boeien? Niet alleen om de historische betekenis die ze hebben; het zijn meestal  –laten we wel wezen- sensationele en spectaculaire verhalen. Ze gaan vaak over leven en dood. Dat geldt zeker voor deze geschiedenis, van Roosje Glaser. Het is een onvoorstelbaar verhaal.”

Truus te Selle speelt de hoofdrol in “Dansen met de vijand”, naar het  boek van Paul Glaser, dat in de oorspronkelijke versie Tante Roosje heette.  Als actrice die zelf van kort na de oorlog is, is Truus te Selle verwonderd door het karakter dat Roosje Glaser, de Joodse danslerares die tijdens de oorlog zeven kampen overleefde, moet hebben gehad.

“De vrouw die ik speel,  is niet iemand waar je alleen maar van zou kunnen houden. Daarvoor deed ze, ook voor de oorlog al, dingen waarvan je denkt: he? Ze had zeker ook iets van de verwende Joodse prinses, voor wie niet snel iets goed genoeg was. Ze deed uiteindelijk alles, maar dan ook alles om te overleven.”

Truus te Selle heeft als actrice inmiddels een indrukwekkend en vooral rijkgeschakeerd oeuvre -waarin ze samenwerkte met de best denkbare regisseurs en collega-acteurs. De kiem voor haar interesse in oorlogsverhalen lag binnen haar eigen Winterswijkse familie. Vader te Selle werd, aan het begin van de oorlog, na te hebben gevochten op de Grebbeberg krijgsgevangen gemaakt en gevangen gezet in een Duits krijgsgevangenenkamp en aan het eind van de oorlog gedwongen te werk gesteld in Duitsland.

Een jaar lang speelde Te Selle in de musical Soldaat van Oranje de rol van Koningin Wilhelmina. Dat verhaal is een heldenepos, met een knipoog naar het genre van de schelmenroman.  De taakverdeling is zonneklaar: wie heult met de mof is fout. Wie zich ertegen verzet, die deugt.

“In het verhaal van Roosje Glaser gaat het over wat ze bereid is te doen om te overleven. En de vraag: wie of wat is goed, en wie is fout, en is die lijn in alle gevallen scherp te trekken? Het is een verhaal dat verteld moet blijven worden; het gaat over de menselijke soort, en over de wrede keuzes waarvoor je in het leven gesteld kunt worden. Het is geen verhaal over een heldin, maar over beschadigde mensen die niet ten onder willen.”

Truus te Selle betwijfelt of ze zou kunnen opbrengen waartoe Roosje Glaser in staat was: dansen met de vijand, terwijl de hel op aarde zich in haar onmiddellijke nabijheid voltrok.

“Een oude vriend zei het ooit treffend, toen we het hadden over de vraag wat wij in oorlogstijd zouden hebben gedaan:” Lieve heertje, maak dat ik een held zou zijn.”

 

Lykele Muus, Truus te Selle, Valéry van Gorp